Een singulare tantum is een woord dat de kenmerken van een enkelvoud heeft. De meeste enkelvouden in Nederlandse taal hebben ook een meervoud. Bij een singulare tantum is dit niet het geval. Een singulare tantum heeft alleen een enkelvoud.
In de Nederlandse taal kun je de zelfstandige naamwoorden onderverdelen in 2 typen: telbaar en niet-telbaar. Telbare woorden kunnen zowel in het enkelvoud als het meervoud voorkomen. Niet-telbare woorden kunnen alleen in het enkelvoud of meervoud voorkomen. Woorden die alleen in enkelvoud voorkomen worden dus singulare tantum genoemd. Plurale tantum is een woord dat alleen in het meervoud voorkomt.
Singularia tantum (meervoud van singulare tantum) komen vaak in de volgende categorieën voor:
- Eigennamen
- Stofnamen
- Verzamelwoorden
- Abstracte begrippen
Enkele voorbeelden van singularia tantum zijn:
- Zilver
- Onderwijs
- Griep
- Ijs
- Beton